Een term die wordt gebruikt om een plotselinge en abrupte stop te beschrijven tijdens het uitvoeren van een plankoefening, waarbij de persoon die de oefening uitvoert zijn of haar lichaam in een rechte positie houdt, met de handen op de grond en de tenen opgetrokken, terwijl de spieren in de armen, buik en benen op maximale spanning worden gebracht. Deze stop kan worden veroorzaakt door vermoeidheid, gebrek aan stabiliteit of simpelweg door de uitdaging van het volhouden van deze intense houding. Het is een teken van doorzettingsvermogen en kracht, en kan leiden tot een gevoel van voldoening en trots bij diegenen die de plankstop succesvol kunnen uitvoeren.